Het doel van de bijeenkomst (17 december 2020) was om een discussie te voeren over de toepasbaarheid van verschillende soorten alternatieve meststoffen. In dit geval ging het over mineralenconcentraat (ID:520), urine van varkensdrijfmest (ID322), ammonium nitraat (ID:295) en verschillende andere soorten kunstmestvervangers in deze regio.
De voornaamste vragen die ondernemers hadden op het gebied van deze meststoffen hadden te maken met de verschillende kunstmestvervangers: ‘Heeft er al een ondernemer ervaring met het toepassen van spuiwater in suikerbieten?’, ‘Wanneer is de juiste tijd in het jaar om kunstmestvervangers toe te passen?’, ‘Is er een alternatief voor mineralenconcentraat want kali in mijn grond is aan het stijgen?’ en ‘Is het genoeg om vloeibare alternatieve meststoffen te brengen naar je grasland en al je vaste mest en drijfmest te brengen naar bouwland? Wat is het effect op organische stof?’
Tijdens de discussie werden een aantal van de antwoorden op de bovenstaande vragen besproken. De ondernemer die een zwavelhoudende meststof wilde proberen werd geadviseerd om eens te kijken naar spuiwater. Waar we het ook over hebben gehad in de vorige groepen. Verder vroeg hij daarnaast nog of er iemand ervaring had met het toepassen van drijfmest in granen. Eén van de loonwerkers gaf aan sinds dit jaar een nieuwe machine te gebruiken bij het bemesten op grasland. Deze machine wordt in het buitenland ook gebruikt om granen te bemesten. Dit kunnen ze wellicht volgend jaar proberen.
Een akkerbouwer is aan het bedenken of het toepassen van kunstmestvervangers iets voor hem is en vroeg zich daarom af wanneer de beste tijd is om kunstmestvervangers toe te passen. Bijvoorbeeld bij de teelt van aardappelen, als je de kunstmestvervanger dan mixt met de drijfmest dan heeft de aardappel wellicht niet genoeg meststoffen tot het einde van het seizoen. De beste optie daarvoor volgens de groep is het toepassen van de kunstmestvervanger met een kleinere aparte machine, wellicht iets later in het seizoen, in de ruggen van de aardappelen. Vervolgens was er een ondernemer die al een aantal jaar mineralenconcentraat gebruikt. Hij heeft dit jaar nieuwe bodemmonster genomen en zag dat zijn kali gehaltes in de grond aan het stijgen zijn. Vandaag zijn vraag of er alternatieve meststoffen zijn voor mineralenconcentraat. Ammonium sulfaat of spuiwater zou een goede vervanger zijn voor in het voorjaar. Omdat zandgronden zwavel nodig hebben in het voorjaar. Er is ook aangeraden om op het farmers platform te kijken om daar een kunstmestvervanger te vinden met minder kali. Daarnaast hebben we de training material laten zien voor praktische tips rondom het gebruik van de verschillende kunstmestvervangers.
Als laatste was er een ondernemer die de dunne fractie van rundveedrijfmest met name op zijn bedrijf hield om op grasland te brengen. En de dikke fractie met name afvoerde. Een andere deelnemer vroeg zich af wat voor effect dit heft op het organische stof.
Andere vragen die gesteld waren maar nog niet volledig beantwoord konden worden waren: Is het bemesten met mineralenconcentraat halverwege februari verstandig? Vanwege de kans op regen en mogelijke uitspoeling. De groep dacht dat de kans groter was met het gebruiken van kunstmest. Omdat mineralenconcentraat een organische meststof is van origine en daarom wellicht sterkere bindingen aan kan gaan met stoffen in de bodem. Als laatste was er een vraag over het risico op overdragen van dierziektes, bacteriën en virussen via mest en urine. Op Wageningen UR is er wel onderzoek gedaan naar deze risico’s en zijn ze niet gevonden. Desondanks kan je het risico niet helemaal uitsluiten omdat bijvoorbeeld mineralenconcentraat niet verhit wordt en bacteriën en virussen wel zouden kunnen overleven.
Voor het plaatsvinden van de discussie heeft Rembert van Noort de veranderingen in de Europese mestwetgeving aangaande kunstmest en de RENURE criteria, opgesteld door het Joint Research Centre, gepresenteerd. En is het ‘farmers platform’ op de site van Nutriman gepresenteerd. Aan de hand van de site zijn de infosheets, practice abstracts en training materials van de twee bovengenoemde meststoffen gepresenteerd.