De nieuwe meststoffenverordening - gevolgen voor landbouwers

Een belangrijke wijziging voor primaire voedselproducenten is de nieuwe EU-Meststoffenverordening die vanaf 2022 in werking treedt. De EU-Verordening voor circulaire bemestingsproducten (EU 2019/1009) is op 5 juni 2019 goedgekeurd. Desondanks zijn de meeste landbouwers zich niet bewust van de beleidswijzigingen, het belang en de mogelijkheden voor landbouwbedrijven.

Hiaten in de bestaande meststoffenverordening
De voorwaarden voor het op de interne Europese markt beschikbaar stellen van meststoffen zijn gedeeltelijk geharmoniseerd door Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad. Deze Verordening heeft vrijwel uitsluitend betrekking op kunstmeststoffen uit gedolven of chemisch geproduceerde, anorganische materialen.
Bestaande EU-regels voor meststoffen hebben voornamelijk betrekking op conventionele minerale kunstmeststoffen, meestal chemosynthetisch geëxtraheerde producten. Verordening (EG) nr. 2003/2003 (hierna de Meststoffenverordening genoemd) van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 heeft tot doel het vrije verkeer op de interne markt van "EG-meststoffen" te waarborgen, d.w.z. conventionele anorganische meststoffen die aan de eisen voldoen van de Meststoffenverordening voor hun nutriëntwaarde, hun veiligheid en de afwezigheid van nadelige effecten op het milieu. Bijna de helft van de meststoffen op de EU-markt valt niet onder de bestaande wetgeving. De bestaande EU-regels hebben geen invloed op de zogenaamde "nationaal toegestane meststoffen" die overeenkomstig de nationale wetgeving op de markt van de lidstaten worden gebracht. Sommige lidstaten hebben zeer gedetailleerde nationale regels, andere niet. Producenten kunnen ervoor kiezen om een ​​meststof op de markt te brengen als ‘EG-meststof’ of als ‘nationale meststof’.

Er worden steeds meer bemestingsproducten in de EU op de markt gebracht die niet van anorganische oorsprong zijn, maar worden geproduceerd uit organische reststromen of een combinatie van beide zijn, die niet onder de bestaande Meststoffenverordening vallen. Andere producten die relevant zijn als input voor de landbouw, zoals bodemverbeteraars en groeimedia, vallen ook niet binnen het toepassingsgebied van huidige Meststoffenverordening, die alleen de minerale meststoffen reguleert en in de huidige vorm niet van toepassing is op herwonnen mestproducten .
De Europese Commissie heeft besloten de huidige geldige Meststoffenverordening te vervangen en de reikwijdte ervan uit te breiden naar secundaire grondstoffen, d.w.z. herwonnen en bio-gebaseerde grondstoffen voor mestproducten.

Meststoffenverordening en bezorgdheid over milieu en gezondheid
De Meststoffenverordening richt zich op de kwaliteit van minerale meststoffen met betrekking tot hun nutriëntengehalte en op het verstrekken van informatie aan landbouwbedrijven over het nutriëntengehalte van meststoffen. De focus is nu meer en meer gaan liggen op bezorgdheid over milieu- en materiaalveiligheid (bijv. aanwezigheid van toxische elementen - metalen en metalloïden) in anorganische meststoffen. Erkend wordt dat de huidige bepalingen van de Meststoffenverordening geen duidelijk kader bieden om deze nieuwe problemen aan te pakken.
Cadmium, Uranium en andere potentieel toxische elementen zijn bestanddelen van fosforieten, wat betekent dat gedolven minerale fosfaatmeststoffen potentiële toxische elementen bevatten. Verontreinigingen in EU-meststoffen, zoals cadmium, kunnen een risico vormen voor de gezondheid van mens, dier of plant, voor de veiligheid of voor het milieu als deze zich in het milieu ophopen en in de voedselketen terechtkomen.

Behoefte aan nieuwe geharmoniseerde Meststoffenverordening
De nieuwe EU-Meststoffenverordening zal in 2022 de Europese markt openen voor innovatieve biogebaseerde meststoffen met verbeterde veiligheid en voor minder kosten.
Er is een groeiende belangstelling van de markt en de landbouwsector voor organische en low-input meststoffen, organo-minerale meststoffen, groeimedia, bodemverbeteraars, agronomische toevoegmiddelen en plantaardige biostimulanten, waarvoor momenteel geen EU-wetgeving bestaat. Anderzijds neemt een toenemend aantal lidstaten (uiteenlopende) nationale maatregelen voor deze groeiende subsectoren van meststoffen. Dit creëert handelsbelemmeringen die alleen kunnen worden aangepakt door maatregelen op EU-niveau. Om belemmeringen weg te nemen, werd ook de nieuwe Verordening inzake wederzijdse erkenning EC 2019/515 gevormd, die op 19 april 2020 in werking treedt en de oude EC 764/2008 vervangt.

De nieuwe Meststoffenverordening stelt regels vast voor het op de markt aanbieden van EU-meststoffen.
De nieuwe EU-Meststoffenverordening (EU) 2019/1009, is op 5 juni 2019 goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, treedt vanaf 16 juli 2022 in werking en wordt vanaf dat moment verplicht geïmplementeerd.

De huidige Meststoffenverordening wordt drie jaar na de inwerkingtreding op 16 juli 2022 van de nieuwe EU-Meststoffenverordening, ingetrokken.

De belangrijkste elementen van de nieuwe regels zijn:

  • Opening van de interne Europese markt voor biogebaseerde meststoffen: de nieuwe Meststoffenverordening zal de markt voor nieuwe en innovatieve organische meststoffen openen door de voorwaarden te definiëren waaronder deze toegang kunnen krijgen tot de interne markt van de EU.
  • Regels voor veiligheid en kwaliteit: de nieuwe verordening zal strikte regels bevatten voor veiligheids-, kwaliteits- en etiketteringsvoorschriften voor alle meststoffen die vrij in de EU kunnen worden verhandeld. Producenten moeten aantonen dat hun producten aan deze eisen voldoen voordat zij de CE-markering aanbrengen.
  • EU-meststoffen worden onderverdeeld in verschillende ‘Product Functie Categorieën’ (PFC), die elk moeten worden onderworpen aan specifieke veiligheids- en kwaliteitseisen die zijn aangepast aan hun verschillende beoogde toepassingen.
  • Bestanddelen voor EU-meststoffen worden onderverdeeld in verschillende categorieën, die elk aan specifieke procesvereisten en controlemechanismen moeten worden onderworpen. Het moet mogelijk zijn om een ​​EU-meststof op de markt te brengen dat bestaat uit verschillende bestanddelen uit verschillende bestandsdeelcategorieën, waarbij elk bestandsdeel voldoet aan de eisen van de categorie waartoe het bestandsdeel behoort.
  • De nieuwe grenswaarden voor cadmiumverontreiniging in meststoffen zijn als volgt:
Soort meststof Maximum Cadmium waarde

Organische meststoffen, anorganische bodemverbeteraar en andere biologische meststoffen

1.5 mg/kg droge stof

Organische bodemverbeteraar en kalkmaterialen

2 mg/kg droge stof
Anorganische macronutriënten en organo-minerale meststoffen met minder dan 5% massaprocent P2O5 3 mg/kg droge stof
Anorganische macronutriënten en organo-minerale meststoffen met meer dan 5% P2O5-gehalte ('fosfaatmeststof') 60 mg/kg fosfaat (P2O5)
Organo-minerale meststoffen met een laag cadmiumgehalte 20 mg/kg fosfaat (P2O5)

Anorganische meststoffen met micronutriënten

200 mg/ kg totale micro-nutriënt waarde
  • In tegenstelling tot de meeste andere productharmonisatiemaatregelen in het Unierecht, verhindert de huidige Meststoffenverordening (EG) nr. 2003/2003 niet dat niet-geharmoniseerde meststoffen overeenkomstig de nationale wetgeving op de interne markt worden aangeboden.
    • Naleving van geharmoniseerde regels moet daarom facultatief blijven en zou alleen verplicht moeten zijn voor producten die bedoeld zijn om planten van voedingsstoffen te voorzien of de voedingsefficiëntie van planten te verbeteren en die CE-gemarkeerd zijn wanneer ze op de markt worden aangeboden. De nieuwe Meststoffenverordening dient daarom niet van toepassing te zijn op producten die niet CE-gemarkeerd zijn wanneer ze op de markt worden aangeboden.

Voordelen van nieuwe regelgeving:

  • Het voor producenten van organische en teruggewonnen meststoffen gemakkelijker maken om in de hele Europese Unie te verkopen met geharmoniseerde kwaliteitsnormen voor alle soorten meststoffen.
  • Meer keuze voor landbouwers, minder gezondheids- en milieurisico's voor consumenten.
  • De maximale cadmiumlimiet van 1,5 mg / kg droge stof die moet worden toegepast in organische meststoffen en andere biologische meststoffen, garandeert een hoog niveau van bodembescherming en vermindert gezondheids- en milieurisico's, terwijl producenten hun productieproces kunnen aanpassen om te kunnen voldoen aan de nieuwe grenzen.
  • Het "Laag cadmiumgehalte" <20 mg / kg organo-minerale meststoffen biedt een verbeterd niveau van bodembescherming en vermindert gezondheids- en milieurisico's ten opzichte van de minerale meststoffen met een hoog cadmiumgehalte.
  • Het gebruik van organische en biogebaseerde meststoffen stimuleren.
  • Bevordert de toename van het gebruik van gerecyclede materialen voor de productie van meststoffen, waardoor de circulaire economie wordt gestimuleerd en de afhankelijkheid van geïmporteerde nutriënten wordt verminderd.
  • Vergemakkelijkt markttoegang voor innovatieve, organische meststoffen, die landbouwers en consumenten een ruimere keuze geven en groene innovatie bevorderen.
  • Stelt EU-brede kwaliteits-, veiligheids- en milieucriteria vast voor "EU"-meststoffen.
  • Het vertrouwen van de consument vergroten door de veiligheid van meststoffen te garanderen met betrekking tot de gezondheid van de mens en het milieu (met name met betrekking tot giftige elementen en organische verontreinigingen).
  • Aangezien distributeurs en importeurs dicht bij de markt zitten, moeten zij worden betrokken bij markttoezichttaken die worden uitgevoerd door bevoegde nationale autoriteiten.
  • Volledige harmonisatie van de interne markt moet alle kosten in verband met wederzijdse erkenning en / of afwijkingen van nationale regels wegnemen en een uniform niveau van bescherming van de gezondheid van mens en milieu waarborgen.